Gepubliceerd in Jonas, 1987
Auteur: Lili Chavannes
‘Het werd heel koud om me heen toen in april ’83 de RSV-problematiek tot een hoogtepunt was gekomen en ik moest aftreden. De mensen vonden mij doodeng alsof ik een besmettelijke ziekte had.’ Allerd Stikker zit tegenover me, een schoon-geschoren, helder gezicht met een rechte, smalle mond die ook sprekend nauwelijks beweegt. Een zekere vormelijkheid hangt om hem heen, gecompenseerd door aanwezige ogen. Hij zal niet snel iets zeggen dat hij niet kwijt wil. Is hij door de wol geverfd of hoort het bij hem? ‘Ik moest toen op verzoek van het bestuur als laatste RSV-daad naar Taiwan, omdat ik daar aan de regering en aan de marinetop zou gaan uitleggen dat de situatie heel ernstig was; dat we zouden proberen oplossingen te vinden. Dat ze dat in ieder geval ‘live’ van mij konden horen, dat ik niet wegdook en ze zich zouden afvragen: ‘Waar is nou die Stikker, waar we zoveel mee gepraat hebben?’
Lees hieronder het hele interview uit Op zoek in pdf.
Binnenkanten en buitenkanten